Dankbaar voor het worden van méér dan moeder
In het afgelopen decennium leerde ik mezelf beter kennen en veranderde ik van een vooral rationeel persoon in iemand die bewust keuzes maakt en leeft op basis van mijn kernwaarden en mijn gevoel. Deze verandering ging niet vanzelf. Niet in de laatste plaats had het te maken met dat we in deze periode twee kinderen kregen. Ik heb ervaren dat het worden van moeder mij zwaar viel; mede door het krijgen van twee postnatale depressies. Maar óók dat de verandering naar het moederschap me juist veel dichter bij mezelf heeft gebracht. Het heeft me veel méér dan moeder gemaakt. En daar ben ik ontzettend dankbaar voor.
Daar ging wel wat aan vooraf. Ik deel mijn verhaal over moeder worden met ups en downs graag met je in mijn blog.
‘Zwangerschap met bekkenpijn’
Tijdens mijn eerste zwangerschap in 2015 kreeg ik last van hevige bekken instabiliteit. Mijn overlevingsmechanisme van schouders eronder en doorgaan ging terugkijken hier al volop aan. Met veel moeite werkte ik door, ervaarde ik veel stress en kon ik moeilijk ontspannen. Het moment dat ik met zwangerschapsverlof ging was ik uitgeput. Ook de rest van mijn zwangerschapsverlof had ik veel pijn en bracht ik liggend op de bank door, afgewisseld met lopen en zitten in huis. Ik hield mezelf dingen voor als “alles voor het goede doel”, “het is maar tijdelijk” en ”iedereen heeft wel iets”. Mijn bevalling ging vervolgens heel fijn en was voor mij een ontzettend mooie, krachtige en bijzondere ervaring. Maar door mijn heftige zwangerschap en bekkenklachten startte ik na de geboorte qua energie met een 1-0 achterstand.
‘De impact van het prille moederschap & een huilbaby’
De periode die na de geboorte volgde was ik totaal niet op voorbereid. Mijn oudste zoontje was een huilbaby. We kaartten de objectieve situatie aan van het vele huilen, de hazenslaapjes, het overstrekken. En vaarden op het oordeel van verschillende zorgverleners. We hielden voor ogen dat bij slechts een heel klein percentage van de huilbaby’s een medische oorzaak te vinden is. In mijn beleving vonden de zorgverleners onze situatie niet ernstig genoeg. Ik had het gevoel te blijven ‘zwemmen’ in algemene adviezen en praktische oplossingen. Achteraf gezien zie ik in dat dit een wisselwerking had op elkaar. Zelf was ik niet (meer) in staat om het achterste van mijn tong te laten zien wat dit deed met ons gezin. En de zorgverleners hebben niet door ons heen kunnen prikken. Het heeft lang geduurd voordat ik kon accepteren dat wij destijds het maximale hebben gedaan wat in ons vermogen lag. Maar lang heb ik last gehad van schuldgevoelens of we toch niet méér hadden kunnen doen. De impact van het prille moederschap met alles wat daar bij kwam kijken overviel me letterlijk. Ik had geen idee wat ik aan moest met wat er met me gebeurde. Het besef van verantwoordelijkheidsgevoel voor altijd. Mijn pittige herstel van de bekkenklachten. Maar vooral de impact van het hebben van een huilbaby; het eerste huiltje sloeg vrijwel meteen om in urenlang aanhoudend gekrijs. En het daarmee samenhangende chronische slaaptekort. Voor zowel mijn kindje als voor ons als kersverse ouders. Dit gaf ons enorme stress. En vooral ook onzekerheid ging ermee gepaard. Want ik zou als moeder toch instinctief aan moeten voelen wat er aan de hand is? Maar ik wist op een gegeven moment niet meer of het nu moeheid, honger of te veel prikkels waren. Ik bevond me in een stand van overleven. En zorgde op de automatische piloot voor mijn zoontje. Intussen hielden wij ons vast aan elke strohalm zodra het ietsje beter ging met slapen en huilen.
Het is maar een fase & het hoort erbij
Mijn pittige herstel en de periode van intensief huilen benaderde ik vooral rationeel en oplossingsgericht. Ik had immers een bevalling volgens ‘het boekje’ dus mocht niet klagen vond ik. Ik hield mezelf voor “bij niemand is alles rozengeur en maneschijn”, “voor iedereen is er wel een mindere periode bij het zwanger worden, tijdens de zwangerschap, de bevalling of de kraamtijd”. Wel ervaarde ik geluksmomentjes. Ik dacht dat het een gegeven was dat het moedershap (in het begin) slechts uit enkele geluksmomentjes bestond. Zo af en toe peilde ik dit bij anderen en voelde daarin een bevestiging dat “het erbij hoort” en “het maar een fase is die wel weer voorbij gaat”. Hierdoor kreeg ik het gevoel dat ik me aanstelde en moest accepteren dat sommige dingen gewoon niet leuk zijn.
Geen roze wolk
De roze wolk ging dan ook aan mij voorbij. Ik dacht “is dit het nou?”. Ik kon me niet voorstellen hoe het was om op een roze wolk te zitten. Ik vond het namelijk tegenvallen! En niet zo’n beetje ook. Ook vroeg ik me af waarom ik dergelijke verhalen nooit eerder had gehoord. Stond ik daar niet voor open en hoorde ik het daarom niet? Of kwamen die verhalen sowieso niet ter ore? Waar ik niet stil bij stond is voelen wat het me deed en dit bespreekbaar maken. Terugkijkend voelde ik me ontzettend eenzaam, onrustig, verdrietig, schuldig, machteloos en onbegrepen. Maar op dat moment kon ik hier niet bij komen. Laat staan dit te delen of te uiten. Ik uitte vooral boosheid en was teleurgesteld. Iedereen kwam met goedbedoelde adviezen. “Het is vast honger”. “Hij is moe en wil slapen”. Ik werd er vooral onzeker van en had het gevoel dat ik stuitte op een muur van onbegrip. Intuïtief voelde ik aan dat dit niet was zoals het zou moeten zijn. Maar ik kon het niet onder woorden brengen of er naar handelen.
In een negatieve vicieuze cirkel
Aan de huil van ons kindje hoorden we dat hij veel pijn had. Wat wij deden was hem oneindig veel dragen en troosten. Aan de borst kon hij gelukkig wel veel rust en troost vinden. Ik vond het heel fijn dat ik dit wél kon geven. En dit versterkte ook mijn zelfvertrouwen. Slapen daarentegen was één grote stressbron. Het lukte mijn zoontje bij vrijwel geen enkel slaapje zelfstandig in slaap te vallen tot 4 maanden na de geboorte. Alle trucen hebben we uit de kast gehaald. Omdat hij eraan wende dat wij hielpen met in slaap vallen, werd inslapen steeds moeilijker en moeilijker. Zo stond de hele dag in het teken van in slaap helpen. En zelfs mét onze hulp raakte hij oververmoeid. We kwamen in een negatieve vicieuze cirkel terecht. Die steeds moeilijker werd om te doorbreken. Dit zorgde voor zo ontzettend veel stress dat ik lichamelijk helemaal op was en me in een constante staat van paraatheid bevond. Bovendien zorgde het vele dragen ervoor dat ik fysiek moeilijk herstelde van mijn bekkenpijn, dit werd juist alleen maar erger.
Alarmbellen niet horen rinkelen
In praktisch opzicht deden we alles wat we dachten te moeten doen en kregen we ook allerlei praktische adviezen van familie, vrienden en zorgverleners. Maar waar ik behoefte aan had was een luisterend oor en iemand die me hielp om te ontdekken wat het intensieve huilen en de stress bij elk slaapje met mij deed. Want dat het veel met me deed was wel duidelijk. Pas heel veel later besefte ik dat mijn gemoedstoestand ook een wisselwerking had op mijn kindje. Destijds werd ik boos om goedbedoelde adviezen als “baby’s voelen de onrust van de moeder en reageren daar op”. Het voelde voor mij alsof ik zelf oorzaak was van het probleem. Het voelde zo oneerlijk, want ik deed het uiterste wat ik kon. Kwam letterlijk nergens anders aan toe dan voeden en wiegen. Ik was oververmoeid. Ik raakte emotioneel gezien uit evenwicht. Hoe kon dit nu genieten zijn? Als het me niet lukte om mijn zoontje te troosten en te kalmeren vroeg ik me vaak af; wat voor een moeder ben ik dan? Ik werd somber. Ik voelde me niet leven, maar eenzaam overleven. Ik voelde me falen als moeder. De sombere gevoelens kon ik niet uiten of verwoorden. Ik vond het erg moeilijk om mijn grenzen te bewaken en cijferde mezelf volledig weg omdat ik dacht dat het allemaal hoort bij het moederschap. Mijn gevoel was dat ik volledig in dienst stond van mijn kind. Ik zorgde wel voor mijn kindje, maar ik kon het gehuil inmiddels niet meer verdragen en sloot me intussen af. En ook dan nog wuifde ik mijn situatie weg door deze te relativeren en te vergelijken met anderen die het slechter hadden dan ik. Hierdoor raakte ik op zijn zachtst gezegd vervreemd van mezelf. Ik worstelde met een gevoel van falen, vergeleek mezelf met anderen wat het alleen maar erger maakte. Dit ploeteren hield aan tot ver na de 1e verjaardag van mijn kindje.
Naar twee postnale depressies
Om meer energie te krijgen zag ik als oplossing een baanwissel zodat ik mezelf 2 uur reistijd per dag bespaarde en hopelijk meer rust zou ervaren. Vervolgens werd ik gelukkig zwanger van ons tweede zoontje maar liep weer tegen bekkenklachten aan. Dit keer zou ik het anders aanpakken. In praktisch opzicht paste ik mijn gedragspatronen aan waardoor mijn belasting en belastbaarheid iets meer in evenwicht kwamen. Maar in mentaal opzicht liep ik ook dit keer tegen mijn eigen overtuigingen en belemmeringen aan. En ook dit keer gingen de hormonen met me aan de haal. Na het zwangerschapsverlof van mijn tweede zoontje ging ik weer werken. Pas op dat moment erkende ik bepaalde gevoelens en emoties die ik niet langer kon negeren. Na een lange tijd van ploeteren zocht ik eindelijk hulp. Ik werd gediagnosticeerd met een postpartum depressie en was met stomheid geslagen. Ik?! Nee, dat was het niet hoor! Dat kan toch niet! En tegelijkertijd voelde ik een enorme golf van opluchting. In zekere zin voelde de diagnose als een bevrijding. Alsof toen pas ‘alles er mocht zijn’ in mijn beleving. Er was namelijk wel degelijk iets aan de hand. Ik beeldde me niets in. Ik kon de sombere gedachten, eenzaamheid en twijfels plaatsen.
Twee postnatale depressies
Terugkijkend op de periode na de geboorte van onze eerste zoon moet ik toen ook een postnatale depressie hebben gehad. Omdat ikzelf, mensen in mijn omgeving en hulpverleners deze nooit hebben herkend, heb ik die eerste depressie nooit kunnen verwerken. Hierdoor was ik extra somber en verdrietig na de geboorte van onze tweede zoon. Achteraf deed het me dan ook veel verdriet dat ik de peutertijd van mijn oudste zoon en de babytijd van mijn jongste zoon ook anders had kunnen ervaren.
Van hard werken naar mezelf op #1 zetten
Een lange hersteltijd volgde. Eerst ging ik als een razende aan het werk om uit de depressie te komen. Het eerste behandelplan voelde voor mij als een praktisch protocol; eerst stoppen met borstvoeding en daarna mogelijk medicatie. Stoppen met borstvoeding kon helpen vanwege de invloed van de hormonen op mijn mentale welzijn en mijn bekkenpijn. Dit voelde echter ontzettend tegenstrijdig en verdrietig. Want ook mijn 2e zoon gaf ik met veel voldoening en plezier borstvoeding. Ik wilde omwille van mijn herstel het stoppen met borstvoeden een kans geven, maar wel op mijn tempo en op mijn manier. Ik merkte een verschil. Hoewel het wel langzaam ging. Uiteindelijk heb ik een weg naar herstel gevonden zonder medicatie. Waar ik blij om was. Tegelijk wil ik hier ook graag benadrukken dat wanneer medicatie voor iemand anders wel werkt, het een oplossing kan bieden. Dit is voor iedereen anders.
Geheel in lijn met wat ik altijd al deed greep ik alles aan wat me verlichting zou kunnen brengen. Ik dacht dat als ik maar fysiek sterker werd en geen bekkenpijn meer zou voelen, ik me ook voor de rest vast beter zou gaan voelen. Op een gegeven moment zag ik zoveel hulpverleners dat ik naast werken niet aan rust toe kwam. Mijn dagen stroomden vol met bezoeken aan een psycholoog, een coach, een masseuse, een haptotherapeut, een fysiotherapeut, een psychosomatisch fysiotherapeut, een bedrijfsarts. Kortom, ik werkte heel hard om rust en voldoening te vinden, maar hoe harder ik ging werken hoe minder ik daar kwam. Totdat ik inzag en ging voelen dat het alleen maar beter met me zou gaan als ik voor mezelf zou gaan kiezen en mezelf op nummer 1 zou gaan zetten. Een dure levensles, maar wel een waar ik inmiddels ontzettend dankbaar en blij voor ben. Dit heeft me heel veel moois geleerd en gebracht.
“Ik ben mezelf en ik hoop dat ik dat meer en meer word” – Paula Modersohn-Becker
Ontdekken wat ik nodig heb
Door me over te geven aan de storm waar ik in zat, te gaan ervaren wat zich aandiende, rust te nemen en de juiste hulp in te schakelen ging ik mijn leven herwaarderen. Ik ontdekte beter wie ik ben, waar ik voor sta, wat ik wil en hoe ik mijn kinderen wil voorleven. Deze periode heeft me dichter bij mezelf gebracht maar ook mijn relaties met mijn dierbaren versterkt. Het heeft me doen inzien dat ik in feite heel erg perfectionistisch was en dat dit voortkwam uit een angst om niet goed genoeg te zijn. Ik ervaarde dat ik niet meer bij mijn gevoel kon komen en leerde weer te voelen, ervaren, te delen en in het hier-en-nu te leven. Ik stelde me open voor de yogafilosofie, meditatie, de kracht van ademhaling en de kunst van het niks doen, kreeg meer waardering voor de natuur en combineerde dit met mezelf uitdagen op de racefiets. Ook durfde ik weer te dromen van een toekomst. Ik maakte een reis van mijn hoofd naar mijn hart, kwam hierdoor in contact met mezelf en mijn omgeving en maakte de omslag van de dingen goed willen doen naar voor mij de goede dingen zijn om te doen. Mezelf steeds vragen wat het is wat ik nodig heb. Ook leerde ik dat mijn lichaam sterk reageert op hormonen en ontdekte ik dat ik PMS (premenstrueel Syndroom) had. Ik verdiepte me in de cyclus van vrouwen en de werking van hormonen en leerde hoe ik zonder medicatie kan omgaan met de klachten die hierbij komen kijken.
Ontstaan van Meer dan Moeder
De nare periodes en de wijze waarop ik uit een diep dal ben geklommen ben ik steeds meer gaan omarmen. Ook voelde ik steeds sterker dat ik mijn ervaringen in wilde zetten voor andere moeders van jonge kinderen: om te voorkomen dat ze hetzelfde meemaken als ik en/of om te helpen bij het herstel. Dit idee maakte me zo enthousiast dat ik besloot om me om te scholen en een eigen coachpraktijk op te zetten, met als naam ‘Meer dan Moeder’. De naam ‘Meer dan Moeder’ is me op het lijf geschreven en draag ik met alle liefde uit. Nu wil ik met mijn kennis en ervaring andere moeders van jonge kinderen helpen bij deze ontdekkingstocht en voorkomen dat anderen net zo hard als ik gaan rennen om weer balans te kunnen vinden in het leven. Want, dit rennen en hard werken was voor mij niet de juiste weg, zo heb ik ervaren. Ik reis dan ook heel graag met jou mee om te ontdekken wat voor jou nodig is om het leven te leven waarin jij de moeder kunt zijn die je wilt zijn en waar jij blij van word en energie van krijgt!
Doorbreek het taboe!
En man oh man wat vind ik het spannend om mijn blog te plaatsen! Mijn kwetsbaarheid in dit verhaal te tonen voor een groot publiek voelt als met de billen bloot gaan. Mijn dierbaren kennen mijn verhaal. Maar dit online delen vind ik echt mega spannend.
Waarom ik het dan toch doe? Om taboes te doorbreken. Om jou – die zich nu misschien wel in eenzelfde situatie bevindt – een hart onder de riem te steken. Om je aan te moedigen je gevoelens te delen. En je mee willen geven dat het oké is om hulp te vragen. Om bewustzijn te creëren voor naasten van prille moeders. Dierbaren te vragen deze moeder echte aandacht te geven. En eens aan moeders met jonge kinderen te vragen hoe zij zich voelt. Gewoon af en toe de vraag stellen “hoe voel je je vandaag?” En haar te laten weten dat je haar ‘ziet’.
Wil je een reactie achterlaten of heb je een vraag ? Ik nodig je graag uit om dat te doen. Je bent van harte welkom bij mijn coachpraktijk Meer dan Moeder. Ik help je graag!